
30.01.2020 | 17:00 | Casper Zijp
Het is een rustige morgen in het West-Friese Langedijk. Voormalig kickboks- en bokskampioen Hassan (37) haalt lachend de deur van het slot en laat de eerste mensen binnen voor een ochtendtraining in zijn sportschool.
OPGROEIEN
‘Toen ik 4 jaar oud was ben ik met mijn ouders en vijf zussen van Marokko naar Langedijk verhuist. Ze offerden hun gemak op om ons een betere toekomst te geven, en daar ben ik onwijs dankbaar voor. Helaas voor hen werd ik in de puberteit een etterjochie. Stoer roken, herrie schoppen op straat en spijbelen op mijn 14e. Voor straf moest ik van mijn docent naast het gymzaaltje van onze school strafwerk schrijven. Hier zag ik jongens boksen, en ik was direct verkocht. Achteraf gezien is dat mijn kantelpunt geweest.’
RINGGELUK
‘Op een gegeven moment moest de contributie van het gymzaaltje betaald worden, dus werd het tijd dat mama en papa overstag moesten gaan. Zij waren allang blij dat ik van de straat was, man. Mijn eerste partij won ik. Winnen werd een verslaving. Trainen, eten, slapen, winnen en meisjes natuurlijk. Wat een tijd, a sahbi. Ik straalde als een Marokkaans zonnetje, mensen begonnen me te omarmen. Het is zonde dat niet iedereen weet hoe het voelt als je in de ring je hand geheven krijgt na een harde partij. Het is het beste gevoel dat ik ken. Hierom ben ik uiteindelijk een sportschool gestart, om mensen te helpen met gezond blijven en hun doelen bereiken.’

MAN VAN LANGEDIJK
‘Door mijn sportcarrière, en natuurlijk door de sportschool, ben ik nog nauwer verbonden met Langedijk. Ik ken iedereen, neem deel aan de hulporganisatie voor straatjongeren en probeer mensen gezond te houden door mijn sportschool. Dat waarderen de mensen hier. Mensen vragen mij vaak: Hassan, waarom woon je al die tijd in dat blanke Langedijk? Dan zeg ik ze: ‘In Langedijk zegt iedereen elkaar tenminste gedag. In Amsterdam West doen ze dat niet.’ Ik voel mij hier thuis. De enige keer dat mensen in Langedijk mij naar hebben behandeld is toen ik tijdens het hardlopen door het raam van hun dochter klom.’
